zondag 20 december 2009

oma

Als ik bij je ben, blijf ik staan. Steek mijn handen in mijn zakken en plant mijn voeten steviger in de grond. De bodem hier is hobbelig, het grasveld is kortgeleden omgewoeld. Dat komt, er is iemand bovenop je komen liggen. Ene Jan Daanen, lees ik. Vorige maand is hij gestorven op 80-jarige leeftijd. 'Nou, wat vind je daar nou toch van, oma?' mompel ik. 'Eén of andere Jan die ineens voor de rest van de tijd boven op jou ligt.' Je zegt niks terug. Ik hoor de bomen ruisen. De laatste bladeren, droog als papier, laten los. Dwarrelen rond. De winter zet in, de lucht is koud vandaag. Huiverend duw ik mijn kraag wat hoger. 'Nog een half jaartje mag je hier liggen, dan is het over. Ga je naar het knekelhuis, oma. Moeten ze eerst Jan weer van je afhalen.' Weer zeg je niks. In de verte hoor ik de trein naar Gouda. Tien voor twaalf. Als ik knarsende voetstappen mijn kant op hoor komen, vertrek ik. Bij de uitgang kijk ik om en zie een oude vrouw knielen. Ze zet een pot chrysanten neer. Voor Jan.
'Het wordt tijd dat je gaat, oma', denk ik. 'Het wordt tijd om te gaan.'

3 opmerkingen:

  1. Maar mag kan toch helemaal niet? Onbekende Jannen op oma's planten?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een Jan bovenop je?
    Daar is niets verkeerds aan hoor.
    Hier klaagt ook niemand!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @@ Jowi, nee, ik hoorde oma toch een beetje mopperen: wat mot die vent daar...?
    Nee, Jan? Blij toe, stel je voor dat het wel zo was... toch?

    BeantwoordenVerwijderen