zaterdag 12 december 2009

oorverdovend stil

Buiten is het grauw, koud en mistig. Hier, achterin de auto, is het warm. Te warm. Mijn wangen branden, zweet prikt onder mijn oksels en op mijn rug. Het stinkt hier en ik heb pijn!
De ruimte is zo nauw! Ik probeer mijn jas uit te trekken maar het lukt me niet mijn armen naar achteren te bewegen. Even kreun ik. 'Ssst!' zegt hij, 'stil! Ik wil je niet horen!' 'Sorry', mompel ik. 'Kop dicht!' gromt hij en kijkt schuin naar achteren. Ik zie dat zijn hoofd rood is, rood en bezweet.
Dan begint mijn maag weer, als een langzaam draaiende centrifuge. En onderin schuurt die grote steen. Het doet zo'n pijn, ik kan niet stil blijven zitten, moet wiegen. 'Ooooh , kreun ik, 'godverdegodverdomme, dit doet zeeeeeer. Laat me er toch uit, ik ga wel lopen verdomme!' 'Wat zegt ze' , vraagt ze hem. 'Wat zegt dat wijf?' ' Hij schampert, haalt zijn schouders op. Ze lacht, laatdunkend.
Ooit heb ik geleerd pijn om te zetten in kracht. Ooit. Ik weet nog precies hoe het moet. Pijn moet je kanaliseren. Bij elke uitademing. Daar komt het. De Pijn. Met een enorme kracht sla ik hun koppen tegen elkaar. De knal daarna is oorverdovend.
Als ik uit de auto kruip merk ik dat het sneeuwt. Om mij heen is het stil. Oorverdovend stil.

1 opmerking: